Geloofsgespreksavond
in De Schakel
met ds
Dick van
Arkel.
(04-2019)
De
kruisiging, schilderij uit 1938.(detail)
Dit seizoen zijn er al vier zogenoemde geloofsgespreksavonden geweest. Avonden
waarop we rond een thema echt in gesprek gaan met elkaar. De vierde avond, op 14
maart jl. week daar enigszins van af door de komst van ds. Dick van Arkel uit
Castricum. Hij hield een lezing over de joodse schilder Marc Chagall in de
veertigdagentijd. We leerden een heleboel over de achtergrond en het leven van
deze beroemde schilder. Het meest indringende en opvallende schilderij dat ter
sprake kwam, vond ik het hierboven afgebeelde. Chagall gebruikt daarin het bij
uitstek christelijke symbool van het kruis om zijn diepe verdriet over de
jodenvervolging (waar hij ook persoonlijk mee te maken had) uit te beelden. De
jood Christus wordt als jood aan het kruis gehangen, en ter dood gebracht,
onschuldig, net als zijn geloofsgenoten. Boven het kruis zie je vier zwevende
figuren. Het zijn de drie aartsvaders en een aartsmoeder die weeklagen over wat
hun nazaten overkomt. Verder zien we een brandende synagoge, het dorp Vitebsk,
geboorteplaats van Chagall op zijn kop. Het is in de oorlog volledig met de
grond gelijk gemaakt. Vluchtende mensen, eentje met een thorarol, een rabbi. Een
ander met z’n hele hebben en houden op zijn rug, nergens thuis. De boot met
vluchtelingen is akelig actueel. Zo geeft Chagall ons een indringend beeld van
wat de kruisiging van Jezus kan betekenen. Wikke Huizing
Nacht Zonder Dak (12-2015)
Na weken van voorbereiden, geld inzamelen, repeteren, aankondigingen op de radio en in de krant, creatieve workshops bedenken en kartonnen dozen verzamelen, was het dan eindelijk zover: de Nacht Zonder Dak!
Bolderkarren vol karton rolden rond 16.00 uur de Burghtkerk binnen. De jongeren die meededen aan de NZD hadden genoeg verzameld om voor iedereen een mooie hut te kunnen bouwen. De markt werd geopend en alle aanwezigen konden genieten van één van de heerlijke (speciaal voor deze dag gebakken) taarten, iets leuks kopen bij de tafel met mooie tweedehandsspullen of meedoen aan de workshops Cup cake versieren en de perfecte Sinterklaasschoen maken. Jong en oud kon zijn of haar bijdrage in de ‘geldmeter’ stoppen die door jeugdclub de Poortwachters was gemaakt. Maar het begin van deze dag was vooral een moment van elkaar ontmoeten en gezellig kletsen.
Als verrassing kwam Sinterklaas met zijn pieten een bezoekje brengen en alle deelnemers aan de dag en nacht veel plezier en succes wensen!
Rond 16.30 uur kwam Henk Talsma van Tear een presentatie geven. Aan de hand van twee spelletjes, een kort verhaal en een ontroerend filmpje vertelde hij meer over het doel van deze NZD. Na deze presentatie werd er een begin gemaakt aan de bouw van de krottenwijk. Met karton, plakband en scharen in de aanslag ging iedereen heel enthousiast aan de slag om een mooie slaapplaats te maken.
Vanaf 19.00 uur maakte Excelsior veel indruk met de uitvoering hun concert. Er ontstond spontaan een polonaise tijdens één van de nummers! Fantastisch dat zij geheel belangeloos mee wilden werken aan deze NZD. In de pauze van het concert vertelde Hetty van Dijk iets over haar werkzaamheden voor Vluchtelingenwerk Texel. Zij had ook drie vluchtelingen meegenomen die op Texel wonen. Met Hetty en deze drie mannen hebben de jongeren na afloop van het concert een heel bijzonder gesprek gevoerd. Want wat vraag je aan iemand die alles achter heeft moeten laten en gevlucht is? Het was heel indrukwekkend om hun verhaal te horen en zelfs wat foto’s van de reis te mogen zien.
Na het gesprek was het tijd voor de spelletjesmarathon. Zelfstandige hutjes van kranten bouwen, Church appropriate dance moves, een spel over drinkwater met hindernissen en nog veel meer! Tijdens deze activiteiten schoof ds. Jacob Folkerts bij de groep aan, zodat we na de spelletjes met elkaar een korte viering konden houden. Even bijkomen en stilstaan bij de achterliggende gedachte achter deze NZD. Inmiddels was het bijna 23.30 uur en was er nog genoeg energie om verder te gaan met nog meer leuke activiteiten J We hebben met z’n allen nog meegedaan aan een toneelworkshop en toen we echt niet meer konden, hebben we ons krotje opgezocht.
Na een kort nachtje werden we om 6.30 uur wakker gemaakt. Gelukkig hadden we het door het dak van de kerk boven ons hoofd droog gehouden, maar het was wel bijzonder geweest om een nacht in een krotje te moeten slapen. En ook indrukwekkend, want wie kan nu zeggen dat hij of zij wel eens in een kerk geslapen heeft?! Na het opruimen hebben we samen ontbeten en de NZD met elkaar afgesloten.
Wat hebben er veel mensen hard gewerkt om deze dag en nacht onvergetelijk te maken. De jongeren die deelgenomen hebben en de stuurgroep voor het jeugdwerk willen iedereen die zich belangeloos heeft ingezet heel hartelijk bedankt voor jullie harde werk! Zonder jullie was deze actie niet zo’n groot succes geworden. En een succes was het, in totaal is er €1836,- opgehaald d.m.v. de sponsorkaarten van de jongeren, geld inzamelen door klusjes of activiteiten, collectes, giften en tijdens de dag zelf!!!! Een prachtig resultaat.
Hartelijke groeten, Ellen Eelman-Vlaming, Gerie van den Berg, Jantine Brouwer, Mieke Druif, Afke Jimmink, Marjan Nicolay, Corrie Poot, Marco Vlaming en JOP jeugdwerker Nienke van der Heiden.
Was jij erbij en
wil je foto’s terugzien of heb je de dag gemist en wil je weten hoe
het was? Kijk dan op de website
http://www.nachtzonderdak.nl/doe-mee/den-burg-21-11-2015/
40 jaar organist
(09-2015)
Dit
jaar is Jan Kruithof 40 jaar als organist aan onze gemeente
verbonden. Talloze diensten heeft hij op het orgel begeleidt en zo
meegewerkt aan het doorgeven van de verhalen. Kerk zijn, is
samenwerken, ieder heeft daarbij een eigen rol en kan niet gemist
worden. In Jan zijn geval is gelukkig goed vastgelegd wanneer hij
begonnen is, zodat aan zijn jubileum de gepaste aandacht geschonken
kon worden. De organist is daarbij iemand die een bijzondere plek in
neemt, een eredienst zonder orgelspel zou toch iets wezenlijks
missen. Op zondag 30 augustus is Jan na de dienst door Ben Daalder
als voorzitter van de kerkrentmeesters toegesproken en bedankt voor
zijn inzet, in de hoop en verwachting dat deze met het zelfde
enthousiasme dit belangrijke weg nog lang zal mogen voortzetten. Als
dank kreeg hij een boek van Jac. P. Thijsse waar hij volgens zijn
vrouw al lang naar opzoek was, zij kreeg uiteraard de bloemen voor
haar ondersteuning van zijn werk.
Themazondag Christen-zijn op je werk
(08-2015)
Zondag 8 november 2015. De
foto's geven een beeld van na de dienst in 'De Burght'.
De Landelijke Themazondag 'Christen-zijn op je werk' geeft aandacht voor de vraag hoe je op een goede manier christen kunt zijn op je werk en hoe je je werk moet zien. Veel kerken en gemeenten gebruiken deze themazondag ook om aandacht te besteden aan werklozen, studenten, huisvrouwen, vrijwilligerswerk en gepensioneerden.
In de week voorafgaand aan deze themazondag wordt er op woensdag 4 november 2015 in veel kerken dank naar God uitgesproken op de ‘Dankdag voor gewas en arbeid’. Daarom wordt juist op de zondag direct na Dankdag de relatie tussen geloof en werk centraal gesteld.
600 jaar stadsrechten (05-2015) Zie ook de fotoserie aan de rechterzijde
Op Goede vrijdag gaven de vier kerken uit Den Burg er feestelijk aandacht aan dat Texel 600jaar geleden stadsrechten heeft gekregen. Het christelijk geloof en de kerken zijn al die jaren in Den Burg en op Texel van grote betekenis geweest, de kerken maken deel uit van het cultureel erfgoed.
Het gebeurde in de Burght op Goede vrijdag omdat op die historische plek elk jaar de schepenen door de schout werden beëdigd. Deze ceremonie is na gespeeld. Het Katholieke Herenkoor zong 2 gregoriaans liederen uit de paastijd. Daarna kwamen de adspirant schepenen en familie de kerk binnen onder muzikale begeleiding van doedelzak en trom.
De intrede van de schout was spectaculair, vanuit de hal werden de deuren geopend en ging de spot aan. Het orgel zette in, de trom klonk en de trompetten schallenden: de schout treed binnen! Ten over staan van het volk legt hij de eed af. Hij is de vertegenwoordiger van de graaf op het eiland.
De schepenen dienden het belang van Texel. Zij werden gekozen uit de 4 toenmalige dorpen van het eiland: 4 uit Den Burg, 3 uit de Westen, 3 uit De Waal en 3 uit Oosterend. Uit die dorpen speelden mannen mee als schepenen. Ook vrouwen en kinderen , gekleed in historische kleding. De schout riep de adspirant schepenen per dorp naar voren, ze knielden en spraken de schout na. Dat was niet voor iedereen makkelijk. Muzikale intermezzo 's van trompetten wisselde de eed aflegging af.
Nadat de schout de schepenen en de burgers aan elkaar had voorgesteld verlieten zij onder applaus de kerk, met de doedelzak spelers voorop.
Het was een groot
feest waar publiek en spelers van genoten hebben. Met dank aan
iedereen, muzikanten ,zangers, spelers en de regisseur !
Namens de interkerkelijk werkgroep 600jaar, Janneke Tolsma.
Vormen waarin
geloof gestalte krijgt. (05-2015)
Vanwege Texel 600 organiseerden de vier kerken een gezamenlijke
tentoonstelling in de Burghtkerk. Elke kerk kreeg een eigen hoek
waarin ze bijzondere voorwerpen uit hun verleden exposeerden. Veel
meer dan een historische tentoonstelling was het voor mij een
presentatie van de verschillende gestalten waarin het Christelijk
geloof vorm krijgt. De tentoonstelling liet prachtig zien hoe kerken
eigen vormen kiezen waarin ze hun geloof bewaren. Dankzij de
voorwerpen uit alle eeuwen werd dat heel mooi zichtbaar. Een
tentoonstelling is een beetje als een bosje droogbloemen: je moet er
een verhaal bij vertellen om de tuin te kunnen voorstellen waar de
bloemen geplukt zijn.
Foto:
Gerard Timmerman, Texelse Courant
De tentoonstelling kreeg de titel mee: “Texel: Stad geboren
in de kerk”. Immers het verkrijgen van de stadsrechten vond
plaats op Goede Vrijdag 1414 in de Grote kerk van Den Burg. Vóór de
opening van de tentoonstelling speelden schout en schepenen de
installatie nog eens na zoals dat 600 jaar geleden gebeurd zou kunnen
zijn. De tentoonstelling werd geopend door burgemeester Francine
Giskens. Tientallen vrijwilligers hebben spontaan meegewerkt aan dit
interkerkelijk gebeuren. Dagelijks kwamen er zo’n 120 mensen kijken.
Nadat ik een keertje door de tentoonstelling had gedwaald, bedacht ik
voor mezelf de titel: “In de tuin van het geloof”.
De
Katholieken hadden hun kleurige vaandels meegenomen. Vaandels in
een kerk? Dat had ik nog nooit gezien. De katholieken hadden hun
verenigingsleven goed georganiseerd. Ook op Texel bestond een
katholieke voetbalclub, katholieke padvinderij, katholieke
middenstandsbond, katholieke arbeidersbond en katholieke land- en
tuinbouwbond. Elke club had zijn eigen vaandel en patroonheilige.
Heiligen zijn voorgangers in het geloof en die horen in de kerk thuis.
Het idee is dat in de middeleeuwen alle gilden hun eigen vaandels in
de kerk hingen. Dat moet een fleurig gezicht zijn geweest.
Op de tentoonstelling waren ook de kazuifels
(toga’s) te zien, die elke priester droeg. Het zijn kunstschatten
in zes verschillende kleuren. Elke kleur heeft een eigen betekenis en
hoort bij een bepaalde tijd van het jaar of bepaalde gelegenheid.
Zwart voor begrafenissen, Rood voor de dagen van de martelaren én
Goede Vrijdag, Paars voor de advent en vastentijd, Wit voor feesten en
Groen voor de zomertijd.
Overal in de wereld werden deze kleuren gebruikt. Ging je als
katholiek in het buitenland naar de kerk, dan voelde je je toch heel
snel thuis. Kunstschatten zijn voor de geloofsbeleving van katholieken
van groot belang. In de Rooms-Katholieke kerk gaan geloof en
schoonheid, hand in hand. Schoonheid roept verwondering op en
verwondering doet mensen dankbaar zijn voor alles wat is.
Naast de kerkschatten van textiel, liet de tentoonstelling ook
metalen kunstwerken zien. Bijvoorbeeld een wierookvat, een
ciborie om hosties te bewaren en een monstrans waarmee je in een
processie kon lopen. Nu was het in Noord-Nederland verboden om in het
openbaar een processie te houden. Daarom liepen ze hier ín de kerk en
ín de kerktuin. Schoonheid roept verwondering op en nodigt uit tot
beschouwing. In de Katholieke kerk heeft alles wat je ziet
symbolische betekenis en verwijst naar God. Neem bijvoorbeeld de
monstrans; daarin namen ze , in de processie, een geconsacreerde
hostie mee. Dat ronde stukje brood is het lichaam van Christus! Door
een kijkglaasje in de monstrans kan iedereen het lichaam van Christus
zien. Wanneer de processie voorbijgaat, knielen de omstanders.
Nu moeten doopsgezinden niets van knielen hebben. Zij proberen
mondige Christenen te zijn. Doopsgezinden willen als
plaatselijke gemeente het lichaam van Christus vormen. Ook al zijn ze
een wereldkerk geworden met anderhalf miljoen leden, het gaat om de
plaatselijke gemeente. De nadruk op de gemeente en de aandacht voor
de enkeling zijn voor Doopsgezinden gestalten van geloof. In de
tentoonstelling zag je dit ook terug. Op een lange schutting werd het
levensverhaal van één gelovige verteld: Jan Gerritzoon van Texel. Hij
was de enige ketellapper van het eiland en doopsgezinde van het eerste
uur.
Vanwege zijn doopsgezind-zijn moet Jan in 1561 voor de
rechtbank van Texel verschijnen. De schepenen bestraffen hem met
doorboring van zijn tong. Maar de schout is ontevreden en eist een
veel zwaardere straf . Daarvoor brengt hij Jan Gerritz naar het Hof
van Holland in Den Haag. 1034 dagen wordt Jan in de Voorpoort van Den
Haag verhoord en gemarteld. Uiteindelijk wordt hij op 16 december 1564
veroordeeld tot de brandstapel. Maar, wanneer zijn dood op Texel
bekend wordt, ontstaat er grote beroering. De schepenen vrezen het
ergste en organiseren daarop een openbaar debat. Nu durven ook anderen
voor hun doopsgezind-zijn uit te komen. Pastoor Valcoogh moet zich
verantwoorden voor zijn samenwerking met de schout. Hij zal dat jaar
zijn jaargeld niet ontvangen. En vanaf dit moment kunnen dopers
openlijk van hun gemeente op Texel spreken. Pastoor Valcoogh is later
een calvinistische dominee geworden en heeft een grafsteen in de Grote
Kerk gekregen.
De geschiedenis van Jan Gerritz is opgetekend in de Martelaarspiegel
met etsen van Jan Luyken. Deze etsen werden met een beamer op de
kerkmuur geprojecteerd.
Ook hing er een gemeentekaart van Nederland met alle doopsgezinde
gemeenten. De meeste liggen nog steeds in Friesland waar het met
Menno Simons begonnen is. Op Texel had je ooit 5 vermaningen: De Waal,
Oosterend, Den Burg, Den Hoorn en de Koog. Vermaning is het
Doopsgezinde woord voor kerk en betekent: “Bij-elkaar-roepen.” Door de
vervolgingen zijn de dopers overal terecht gekomen. Er hing ook een
wereldkaart van de Mennonieten, zoals ze in het buitenland heten. De
meesten wonen tegenwoordig in Afrika en Amerika.
Dat er in latere tijden veel veranderd is voor de Doopsgezinden was te
zien aan de spulletjes uit de 20ste eeuw, zoals een dopers
kwartetspel, een wandbord van Makkumer aardewerk en diverse
theelepeltjes met de afbeelding van Menno Simons. Zou zoiets als
gezelligheid ook een gestalte van geloof kunnen zijn?
Aan de overkant stonden de Gereformeerden, die vroeger misschien
wel de beste kerk van Nederland maakten. Ze gingen niet één keer
maar twee keer per zondag naar de kerk. Ze kenden niet alleen het Onze
Vader uit hun hoofd maar ook de 52 zondagen van de Heidelbergse
Cathechismus. Ook leerden ze de psalmen uit hun hoofd. Ze lazen de
bijbel niet alleen in de kerk maar ook thuis; vóór en na het eten. Als
Gereformeerden zongen, dan zongen ze altijd uit volle borst. Heel
veel Gereformeerden zongen thuis bij het harmonium. En op Texel zijn
de meeste organisten nog steeds van gereformeerde afkomst. Ze konden
ook heel goed vergaderen en debatteren, dat leerden ze op de
jongelingsvereniging. Joop den Uyl en Maarten Schakel waren daar
typische voorbeelden van. Ze kochten theologische boeken, waar ze
allemaal een mening over hadden. Waar ze ook heel goed in waren, dat
was collecteren en sparen.
Gereformeerden waren oorspronkelijk de ‘kleine luyden’ van Nederland,
maar door hard werken en sparen kregen ze maatschappelijk
succes. Al hun kerkgebouwen hebben ze zelf bekostigd. Toen de
kerkgebouwen klaar waren, spaarden ze verder voor een eigen
universiteit. In bijna alle gereformeerde gezinnen stond op de
schoorsteenmantel een groen collectebusje voor de Vrije Universiteit
in Amsterdam. Nu had ik verwacht dat er op de tentoonstelling van al
deze gereformeerde dingen iets te zien zou zijn: Bijvoorbeeld
theologische boeken van Kuitert en Wiersinga, een huisbijbel en een
campingbijbel met rits, een voorzittershamer van de
jongelingsvereninging en het groene collectebusje. Maar nee, niets van
dat alles. Ik was met stomheid geslagen.
Gereformeerden
hebben geen kerkschatten op aarde verzameld. Ze zongen immers:
“Niet met hout en steen is het grote werk gedaan, het zal om ons zelve
gaan….” Maar wat presenteerden ze dan wel?
Een gezaagd plaatje triplex met daarop een gekalligrafeerd
bijbeltekst uit het Oude Testament. Gereformeerder kan het niet.
Terwijl dit plankje niet meer waard is dan drie kwartjes onthult het
een hele wereld van menselijk geloof; Tranen sprongen bijna in mijn
ogen, en dat is geen grap. Ik zal uitleggen uit welke tuinperkje deze
gedroogde bloemen komen.
In de vorige eeuw hadden bijna alle gereformeerde kerken van Nederland een figuurzaagclub voor jongens en meisjes op woensdagmiddag. Omdat alle kinderen op die middag vrij hadden en er nog geen televisie was, stroomden de kinderen toe. Probleem met het jeugdwerk was : hoe kun je kinderen laten zien dat we christelijk zijn? Gereformeerden hadden daar geen moeite mee: Alle clubs begonnen daartoe met gebed. En zou er ook zoiets als gereformeerd-figuurzagen bestaan? Ja, na de eerste zaagoefeningen mochten de kinderen prachtige bijbelteksten opschrijven. Zo’n triplex plaatje met een geschilderde tekst vond je dus ook op de tentoonstelling. Maar het bijzondere is dat dit triplex plaatje is aangeboden door de schilders die het kerkgebouw aan de Elemert hebben geschilderd. Het is dus door een volwassen man gezaagd en geschilderd, die zich daar niet te min voor voelde. Waarschijnlijk was ‘íe zelf gereformeerd en is het aangeboden ter gelegenheid van de opening.
De schilder heeft gekozen voor een zin uit het gebed van koning
Salomo toen de tempel in Jeruzalem net klaar was. Hij bidt om Gods
aanwezigheid, anders blijft het slechts een huis van hout en steen. De
tekst luidt letterlijk:
“dat Uw ogen open zijn dag en nacht, over dit huis, over deze
plaats van welke Gij gezegd hebt: Mijn Naam zal daar zijn om te horen
naar het gebed, het welk Uw volk bidden zal op deze plaats”.
Uit het eerste boek Koningen hoofdstuk 8 vers 29.
Hier komen twee geloofsaspekten samen die typisch gereformeerd
zijn: Bewustzijn van eigen kleinheid en tegelijkertijd streven naar
het Allerhoogste. Want de gereformeerden van Den Burg identificeren
zich met de grote koning Salomo en Israël. Hun kerk aan de Elemert kan
net zo goed het Huis des Heeren zijn, als de tempel in Jeruzalem dat
was. Dit identificeren en citeren maakt een hele eigen gestalte van
geloof; zoiets heb ik Doopsgezinden nog nooit horen zeggen.
Op de tentoonstelling vinden we direct hiernaast de andere kerk
die nu de PKN is geworden. Het was de Nederlands Hervormde kerk
die met hele andere ogen naar zichzelf kijkt. Om te beginnen is dit
hún kerk. Alle andere kerken hebben een hoek gekregen in hùn kerkgbouw.
De hele kerk ademt hervormdheid. De witte muren en pilaren, de
grafstenen en het gedenkluik; het is allemaal van nà de Reformatie.
Die bevoorrechte positie is voor veel hervormden vanzelfsprekend. In
alle dorpen en steden van Nederland was de hervormde kerk, de Grote
Kerk. En altijd was dat het mooiste gebouw, met de meeste
geschiedenis. Natùùrlijk heeft in deze kerk de stads-wording van Texel
plaatsgevonden, al bestonden de hervormden toen nog niet. Zij spelen
hier een thuiswedstrijd. Naast de drieslag: geloof hoop en liefde,
kenden de hervormden ook nog God-Nederland-Oranje. Natùùrlijk was het
koningshuis hervormd.
Niet voor niets dragen zij de naam van Nederland in hun naam. Zij waren de volkskerk in het Noorden. En er is altijd een sterke historische verwevenheid met het landsbestuur geweest. In de vitrinekasten vond je daarvan de stille getuigen: de kerkelijke doop- en overlijdensregisters zijn de voorlopers van de huidige burgerlijke stand. Ook de aanstellingsbrief van de onderwijzer lag in de kerk. Daarnaast vond je een acte waarbij deze kerk accijnzen mocht heffen op sterke drank, wijn en bier. De opbrengst daarvan ging naar de restauratie van de Grote kerk.
Door haar geschiedenis weet deze Kerk dat ze
drager is van de Nederlandse cultuur en centrum van de samenleving.
Ook dat is een gestalte van kerkzijn. In dat besef vindt hier
jaarlijks de dodenherdenking van 4 mei plaats. En in dat besef namen
ze het initiatief voor een ‘liedboek voor de kerken’ dat sinds veertig
jaar door zes kerken gebruikt wordt en in miljoenen oplage verkocht
is.
Zo
ruim en algemeen de PKN denkt, zo persoonlijk spreken de baptisten
zich uit. Hoewel de baptisten vanaf het begin meededen wilden ze
zichzelf niet in het verleden zien. Zij hielden zich ver van een
historische tentoonstelling. Zij dachten veel meer in werkwoorden als
getuigen, reclamemaken, verkondigen. De doop moest de scheiding maken
tussen oud en nieuw. Oud is vooraf aan de doop, nieuw is erna. Ze
hadden daarvoor twee kledingstukken meegenomen. Een gedragen bruine
broek en een wit T-shirt als doopkleding. Met foto’s lieten ze zien
hoe de doop door onderdompeling gaat. En rechts daarvan een foto van
Jezus’ doop in de Jordaan. Met net zo’n wit shirt aan. Dat kan
natuurlijk niet, want in de tijd van Jezus was er nog geen
fototoestel. Maar de bedoeling is duidelijk; wat wij doen hebben we
niet zelf bedacht.
Hier vinden we een hele bijzondere geschiedenis-opvatting. Om te
beginnen moet je in je eigen leven een breuk maken, om verleden van
toekomst te onderscheiden. In dit denken in tegenstellingen geven zij
hun geloof vorm. En met je geloof verbind je je direct met de
historische en toekomstige Jezus.
Katholieken, Doopsgezinden, Protestanten en Baptisten kennen
ieder hun eigen vormen waarin ze hun geloof beleven. Op Texel zijn ze
samen een boeket uit de tuin die geloven heet.
Hans Marseille