Kerkgebouw "de Poort"

De informatie over de Poort kunt u  hier   terugvinden.

Kerkgebouw "de Burght":

Interieur
In de loop der jaren is de kerk nogal eens veranderd. Veel dingen zijn van plaats veranderd of zelfs helemaal uit het interieur verdwenen. In haar ?katholieke tijd? had de kerk drie altaren : het Heilig Sacraments-altaar, het Sint Anna-altaar en het Heilig Kruis-altaar, verder had de kerk een Christusschrijn.

 

 

 

 

We weten dit uit oude archiefstukken zoals gildereglementen en schuldbekentenissen aan de drie altaren. In de ?Geuzentijd? zijn deze altaren vernield. Door het oorlogsgeweld in 1945 zijn ook veel kostbare zaken verdwenen waaronder het koperen koorhek, diverse wapenborden en kaarsenstandaards. Bij de na-oorlogse restauratie van de kerk verdween de omloop en werd de kansel ?n zuil dichter naar de oostmuur geplaatst. Hoe de kerk er in de dertiger jaren heeft uitgezien is goed te onderscheiden op een foto in de kerkenkamer.
 

 

 

 

Het doopvont, dat vermoedelijk uit de 10e of 11e eeuw stamt, is gemaakt van Bentheimer zandsteen en een koperen bekken. De vier kopjes op het doopvont symboliseren de vier paradijsstromen: de Tigris, de Eufraat, de Pison en de Gichon. Ook dit doopvont is tijdens ?de Russenoorlog? zwaar beschadigd maar is daarna fraai gerestaureerd.

 

 

 klik hier voor meer foto's in-, op- en onder de toren.
 

Restauratie historisch torenuurwerk (05-2015)

Dankzij de inzet van Jan van Groenigen en Gijs Bouw is het oude uurwerk van De Burght weer in volle glorie te bewonderen voor wie de toren beklimt.

 

Op 25 april is het uurwerk in gebruik genomen door vertegenwoordigers van fondsen de restauratie mogelijk maakten.



Het uurwerk is geplaatst op een tussenzolder van de kerktoren. Hier zijn ook een kleine luidklok en een wijzerplaat aangebracht zodat het uurwerk ook daadwerkelijk alle originele functies kan vervullen. De wijzerplaat is in oude stijl opnieuw gemaakt en heeft zoals bij de oude uurwerken gebruikelijk was, maar een wijzer. Voor de gewichten zijn naar historisch voorbeeld, ongeveer 70 kilo zware veldkeien gebruikt. Onder de veldkeien ligt een stapeldakpannen, een oude vorm van valdemper, mocht het gewicht loskomen voorkomt dit dat het door de zoldervloer heen kan slaan. De gewichten voor het uurwerk en de luidklok moeten apart met de hand worden opgewonden. Door de aangepaste ophanging van de gewichten moet dit nu om de ongeveer acht uur herhaald worden.

Aan de hand van een aantal kenmerken denken deskundigen van de Stichting tot behoud van het Torenuurwerk dat het uurwerk tussen 1530 en 1570 moet zijn gemaakt. Dit betekent dat het daarmee een van de oudste nog in originele staat verkerende torenuurwerken van ons land is. Het torenuurwerk werd in 1933 buiten bedrijf gesteld omdat de nauwkeurigheid te wensen overliet en het in bedrijf houden teveel mankracht vergde. De toren van de Burght is een van de zeer weinige plekken in Nederland waar een dergelijk waardevol torenuurwerk, op zijn oorspronkelijke plaats, kan worden getoond aan het publiek.

Het uurwerk dateert dus van voor de reformatie, daarom waren ook vertegenwoordigers van de Rooms Katholieke parochie uitgenodigd. Voor de feitelijk ingebruikname ging Jan van Groenigen in op de geschiedenis van de tijdmeting en het uurwerk. Hierover is ook een videopresentatie gemaakt die tijdens de openstelling van de toren bij het uurwerk draait.

 

 

 

 

Restauratie historisch torenuurwerk (04-2015)
De restauratie van het historische uurwerk uit de toren van de Burght verloopt voorspoedig. Naar verwachting zal het torenuurwerk in de 2e week van april teruggeplaatst worden in de toren. In een aantal regionale en plaatselijke kranten is de afgelopen maanden reeds de nodige aandacht aan deze restauratie besteed. Aan de hand van een aantal kenmerken denken deskundigen van de Stichting tot behoud van het Torenuurwerk dat het uurwerk tussen 1530 en 1570 moet zijn gemaakt. Dit betekent dat het daarmee een van de oudste nog in originele staat verkerende torenuurwerken van ons land is. Het torenuurwerk werd in 1932 buiten bedrijf gesteld omdat de nauwkeurigheid te wensen overliet en het in bedrijf houden teveel mankracht vergde. De toren van de Burght is een van de zeer weinige plekken in Nederland waar een dergelijk waardevol torenuurwerk, op zijn oorspronkelijke plaats, kan worden getoond aan het publiek (torenklimmers). Vanaf de 14e eeuw deden de mechanische uurwerken langzaam hun intrede in de (kerk)torens van verschillende steden. De aanschaf van een torenuurwerk bracht belangrijke economische voordelen en verschafte status aan een stad. Om de betekenis die deze uurwerken destijds voor de samenleving hadden inzichtelijk te maken is een korte audiovisuele presentatie gemaakt.  Deze presentatie behandelt de ontwikkeling van de tijdmeetkunde in het algemeen en de ontwikkeling van mechanische (toren)uurwerken in het bijzonder. De presentatie zal worden vertoond op een monitor die opgesteld staat nabij het torenuurwerk. De laatste jaren waren de inkomsten uit het torenklimmen een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor onze Protestantse Gemeente. Met het gerestaureerde torenuurwerk verwachten we het bezoek aan de toren nog aantrekkelijker te maken. Wij denken hiermee de inkomsten op peil te kunnen houden en zo mogelijk te doen toenemen. Voordat het torenuurwerk op 25 april a.s. in aanwezigheid van een aantal direct betrokkenen in gebruik zal worden gesteld willen we onze gemeenteleden/torenwachters op zondag 19 april (na de kerkdienst) in de gelegenheid stellen het torenuurwerk te bekijken. De initiatiefnemers voor deze restauratie, te weten oud-kerkrentmeesters Jan van Groenigen en Gijs Bouw, zullen dan aanwezig zijn om vragen te beantwoorden/uitleg te geven. Voor de ouderen onder ons die niet in staat zijn naar boven te klimmen zullen foto?s en/of een korte film van het torenuurwerk worden getoond. De torenwachters zullen zo nodig nog apart worden ge?strueerd.

De restauratie (kosten ongeveer 25.000.- euro) werd mogelijk gemaakt  door financi?e bijdragen van  o.a. het Texelfonds, Stift, Stichting samen Een Texel, Cultuurfonds Noord-Holland, de TESO en de Gemeente Texel.  Het Texelfonds heeft in de afgelopen jaren fors bijgedragen aan de restauratie van diverse kerkgebouwen op Texel. Op verzoek van het Texelfonds zal in het volgende kerkblad een artikel  worden geplaatst over het ontstaan en functioneren van het Texelfonds.

Kerkgebouw ?de Burght?, Burgwal 2
Aan de hand van opgravingen in o.a. 1950 weten we dat op de plaats waar nu de Hervormde Kerk staat een Romaans tufstenen kerkje heeft gestaan. De fundamenten van dit kerkje bestonden uit veldkeien in een bed van mortel. Bij de bouw van de huidige kerk, die begon in 1400 en werd voltooid in 1452, werd gebruik gemaakt van het oorspronkelijke veldkeien fundament. De pilaren, zoals ze er nu nog staan, rusten erop. Dit oorspronkelijke fundament ligt ongeveer 20 cm onder de vloertegels en is over bijna de hele lengte nog aanwezig. De kerk heeft een laat gotische driebeukige bouw met ingebouwde toren die in de kerk op twee zuilen rust. Het koor (de bouw daarvan duurde van 1470 - 1481) is in de huidige kerk nog te herkennen aan de stenen bogen in het gewelf van de zijbeuken. Tijdens de ?Hervorming? werd dit koor afgebroken en de zijmuren doorgetrokken, verder kwam er een raam in de oostmuur.
Op de plaats waar nu het postkantoor staat bevond zich het klooster van de orde van Tertiarissen, dit klooster hoorde bij de kerk. Een restant van de kloostermuur is nog te zien aan de zuidzijde van de kerk. Het klooster is naderhand weeshuis geworden. De bijbehorende tuin heet nog steeds Wezentuin, maar het gebouw is in de tweede wereldoorlog vernield.
De kerk, die aan de heiligen Johannes Baptiste en Sixtus was gewijd, had volgens overleveringen vluchtgangen naar het klooster en naar het schoutshuis (nu een deel van hotel ?de Lindeboom? op de Groene Plaats). Ondanks naspeuringen door onder meer de Duitse eilandcommandant in de jaren ?40 -?45 is er van deze gangen nooit ook maar iets van teruggevonden. Tijdens de zogenaamde Russenoorlog is het kerkgebouw zwaar beschadigd. Na restauratie kon de kerk pas weer in 1952 worden gebruikt voor de eredienst.